Sophie in ’t Veld is met twintig jaar lidmaatschap voor D66 het meest ervaren lid van het Europees Parlement. Ze stapte op bij D66, maar probeert als lijsttrekker voor Volt in België haar plek te behouden.

In ’t Veld laat zich interviewen in de auto van Brussel naar Straatsburg, wel zo efficiënt. Alle tijd, want het verkeer staat vast vanwege een boerenprotest in Brussel, dat diezelfde dag nog gehoor krijgt van de Europese Commissie. Tot ergernis van In ’t Veld.

Ze is een doorgewinterde Europarlementariër, vergroeid met Europese bureaucratie en geeft op inhoudelijke vragen antwoorden die meer dan eens betrekking hebben op structuren en machtsverhoudingen.

In ’t Veld stapte over van D66 naar Volt vanwege bonje en miskenning in haar eigen Europese fractie en met het partijbestuur. Voor deelname aan de Europese verkiezingen met Volt Nederland kwam haar registratie te laat. Volt België biedt een reddingsboei, maar die hangt aan een dun touwtje.

Business Insider Nederland spreekt met In 't Veld over het afscheid van D66, het nieuwe avontuur met Volt, de Europese wetgeving rond privacybescherming en de overheersende invloed van nationale leiders in de Europese politiek.

Is de sfeer bij Volt prettiger dan bij D66? Of valt het afscheid van de D66-familie zwaar?

“Ik had een probleem met de koers van de partij en enkele kwesties met andere parlementsleden van D66. De partijtop handelde niet in lijn met onze waarden. D66 was altijd de Europa-partij in Nederland, maar is de laatste jaren volledig gericht op de Haagse politiek. Coalitiebelangen gingen boven een eigen koers en Brusselse strategie. Goede mensen op belangrijke Europese posten krijgen was geen prioriteit, waar andere partijen daar wel mee bezig zijn. Ik mocht sinds 2017 geen congresspeech houden, daarvoor altijd een goede gewoonte.

D66 is dertig jaar lang mijn nest geweest, dat stuf je niet uit. Ik heb dagelijks warme contacten met D66-vrienden en geen gevoel van rivaliteit. Het probleem zat niet bij de leden. Bij Volt in Nederland zitten heel veel D66’ers. In België trekt Volt veel jongeren en is heel internationaal georiënteerd, vooral in Brussel. In Vlaanderen zijn de leden wat ouder.”

Kunt u zich het ook andersom voorstellen: dat D66 een probleem heeft met u?

“Mocht dat zo zijn, dan hoor ik graag voor wie dat zo is en waarom ze die problemen met mij zouden hebben. Dat is nooit naar voren gebracht. Al snel hoor je een term als ‘onverenigbaarheid van karakters’. Het gaat mij om professionaliteit, je moet gewoon samenwerken.”

Welke horden moet u nemen om uw reeds 20-jarig lidmaatschap van het Europees parlement te mogen voortzetten?

“Het Belgische kiessysteem is heel anders dan het Nederlandse, met drempels die erg gericht zijn op het buiten de boot houden van nieuwe partijen. Volt moet uiterlijk half april tenminste 15.000 handtekeningen van kiezers in België hebben verzameld, waarvan 5.000 voor mijn deel. Daarvoor voeren we actie. Als dat lukt zou dat voor het eerst zijn dat een Belgische partij op deze manier doorbreekt, want de gevestigde partijen houden de deur zo veel mogelijk dicht. De partijbesturen zijn hier de baas en niet de parlementariërs, het is een ‘particratie’”

Hoeveel handtekeningen heeft u?

“Daar doen we nu geen mededelingen over.”

Geheimhouding wekt een verkeerde indruk. Als het feest niet doorgaat, wat gaat u dan doen?

“Geen flauw idee. Als je een plan B hebt, zet je niet meer 100 procent in voor Plan A. Geld hebben we niet, dus gaan elke dag de straat op met Volt. Ik proef een enorme behoefte aan een nieuw geluid. Halen we die 5.000 handtekeningen dan wordt het nog een hele opgave want er zijn 13 zetels voor Vlaanderen in het Europees Parlement. Dat is een drempel van zo’n 7,5 procent. Maar als ik nu de handdoek al in de ring gooi, verliezen we sowieso.”

U bent op weg naar een vergadering van het Europees parlement met onderwerpen als de landbouw, protest van boeren en conflicten in Oekraïne en Gaza. Maken de resoluties van het Europees Parlement in deze wereldbranden enig verschil?

“Die politieke signalen leggen zeker gewicht in de schaal. Bovendien hebben we nog zeggenschap in bijvoorbeeld sommige wapenleveranties . En met wetgeving; ik was rapporteur van een nieuwe wet die in stemming komt over sancties voor het ontduiken van sancties door Russen.

Bij Gaza gaat het over militaire hulp, de Europese banden met Israël, visa, eindeloos veel onderwerpen. Het is waar dat onze resoluties niets veranderen, maar met het politieke discours beïnvloedt het Europees Parlement wel de publieke opinie. We kunnen ons beter uitspreken dan te zwijgen.”

Wat betekent die wet tegen het ontduiken van sancties?

“Tegoeden en bezittingen van oligarchen kunnen we nu niet confisqueren, want ze hebben geen strafbaar feit begaan. Als het ontduiken strafbaar wordt, kan dat makkelijker. We lopen wel aan tegen de ongewisse wil tot handhaving in de lidstaten. Oligarchen profiteren daarvan. Wij willen meer gelijkschakeling van straffen en handhaving, zodat ze niet kunnen gaan “forumshoppen” tussen de verschillende lidstaten, maar de regeringsleiders wilden daar niets van weten.

Daar ben ik maar mee akkoord gegaan in de onderhandelingen, omdat ik die wet belangrijk vind tegenover Oekraïne. En advocaten op de Zuidas zijn gewaarschuwd. Het gaat om heel veel geld.”

Welke wetgeving van de afgelopen jaren waaraan u hard heeft gewerkt, is van veel invloed geweest op Nederlandse markt, bedrijven en consumenten?

“Heel veel digitale wetgeving, zoals de Digital Services Act en Digital Markets Act, die van grote invloed zullen zijn op de dominantie van platforms zoals van Meta, Google, Amazon en Microsoft. De macht van grote platforms kan Europa eindelijk aanpakken dankzij deze wetgeving. Dat is goed voor alle consumenten maar ook voor bedrijven die worden platgewalst in de concurrentiestrijd.

De DSA en DMA behelzen veel meer dan concurrentie, ook de bescherming van de democratie. De techgiganten krijgen een verplichte poortwachtersfunctie voor het weghouden van schadelijke uitingen op hun platforms en tegenaan van discriminatie.

Er komt een AI Act aan. De AI Act bouwt voort op de AVG met bescherming van individuen, net als de European Health Data Space voor medische gegevens. Je ziet wel dat deze nieuwe wetten minder strikt zijn dan de AVG met als risico dat de bescherming burgers wordt uitgehold.”

Vindt u de AI Act niet krachtig genoeg?

“Het meest zorgelijk vind ik dat er ondanks een hele strikte toepassing van het gebruik van real-time gezichtsherkenning met publieke camera’s - namelijk voor het voorkomen van terrorisme en opsporen van vermiste kinderen - een mogelijkheid geschapen wordt om een paar minuten nadat de opname is verwerkt deze geheel te onderwerpen aan gezichtsherkenning. Dit betekent in de praktijk dat er toch vrij onbegrensd van gezichtsherkenning gebruikgemaakt kan worden door bijvoorbeeld de politie. Er is niet goed gespecificeerd voor welke doeleinden, dus voor welke misdaden dat wel en niet is toegestaan.”

In hoeverre wint veiligheid het van privacy?

“In de afgelopen jaren zijn veel mogelijkheden geschapen voor wetshandhaving met digitale middelen door politie, geheime diensten en allerhande overheidsorganen om terreur, fraude en andere misdaad te bestrijden. De samenleving zou veel veiliger worden, maar de bevoegdheden gaan veel te ver waardoor we niet veilig zijn voor die bespiedende overheden.

Juist met de opkomst van extreemrechtse regeringen kan dat gevaarlijk worden. De inzet van Pegasus spyware [waarvan Sophie in ’t Veld het onderzoek van het Europarlement leidde, red.] toonde aan dat die dat inzetten en misbruiken. Terwijl er geen repercussies waren. Die regeringen komen niet voor de rechter, heel treurig. Techreuzen worden nu ingekaderd, maar het misbruik van steeds slimmere technologie door overheden en andere bedrijfstakken moet ook beperkt worden.”

Pegasus werd ingezet door Hongarije maar die gaat zichzelf niet straffen, bedoelt u?

“Precies, de Europese Commissie zou dat moeten doen, maar durft haar macht niet te gebruiken. Ze willen de lidstaten hun speeltjes niet afpakken. De afgelopen jaren is de macht van de Commissie juist verder ingeperkt ten faveure van de invloed van de nationale regeringen, die samen het beleid bepalen en voorstellen van het parlement uitkleden. Dat maakt het handhaven van wetgeving ook moeilijk.

Bij het onderwerp bestuurlijke hervorming in Europa gaat iedereen gapen en met de ogen rollen, want dat is saai en onnodig en academisch. Dat is een onzinnige houding. In Nederland zijn die discussies over bestuurlijke inrichting er wel, zoals nu met de formatie.

Het Europese model is ontworpen voor de jaren vijftig van de vorige eeuw maar werkt totaal niet meer voor een EU van zevenentwintig landen. Het is niet meer democratisch en de lidstaten harken alle macht naar zich toe.”

Wat betekent dit economisch?

“Je ziet de afgelopen jaren een enorme ommezwaai, ingezet tijdens de coronacrisis. Tot dan werd streng toegezien op staatssteun voor de nationale bedrijven en dat is goeddeels losgelaten. Daar is Thierry Breton, de Eurocommissaris voor Interne Markt, goeddeels verantwoordelijk voor. Dit heeft grote gevolgen voor de inrichting van de Europese economie en de concurrentiekracht.

Dat is niet enkel door corona gekomen, maar ook door Brexit. Groot-Brittannië verzette zich altijd tegen staatssteun en nationale voordelen, maar nu hebben Duitsland en Frankrijk het overwicht met hun industriepolitiek.

Dit heeft ook gevolgen voor het goedkeuren van handelsakkoorden van de EU met buitenlandse staten en blokken. Die willen maar niet van de grond komen. De EU heeft zich decennialang niet kunnen ontwikkelen als politieke reus omdat we op de eerste plaats een economisch zwaargewicht waren. We zijn op onze lauweren gaan rusten.”

Beschermen we het Europese bedrijfsleven genoeg tegen China en Amerika? Welke kant moet dat wat u betreft op?

“We zijn blind voor zwakke plekken en moeten de naïviteit kwijtraken. Het is echter heel moeilijk om de juiste balans te vinden tussen noodzakelijke bescherming en plat protectionisme. Vooral de Fransen hebben het hoogste woord in protectionisme, ook met genoemde Breton. We moeten Europese normen verbeteren en handhaven, maar dat mag niet worden misbruikt om handelsakkoorden te blokkeren.

We zijn afhankelijk van aanvoerketens, maar meer autonomie moet niet doorslaan. We hebben van de mondiale verwevenheid met bijvoorbeeld de pandemie enorme voordelen genoten met distributie van vaccins. Dat wordt makkelijk vergeten.

Een veel belangrijker vraag is de verbetering van de concurrentiekracht. Die verbeter je niet met alsmaar meer beschermen van je nationale grote concerns.

Steun voor bijvoorbeeld de chipindustrie?

“Dat kun je doen en is wellicht noodzakelijk. Maar nu wil Breton veel verder gaan met pogingen om heel veel Europees geld techreuzen proberen op te bouwen die kunnen concurreren met de Amerikaanse en Chinese platforms. Dat is niet de bedoeling van staatssteun. De Franse economische doctrine voert te veel de boventoon. De slinger slaat door.”

Hoe ziet uw ideale plaatje voor Europees bestuur eruit?

“De EU moet supranationaal bestuur krijgen waarin nationale regeringen overtroefd kunnen worden. Als je met z’n allen afspraken maakt, kan dan niet steeds de hand wordt gelicht door lidstaten. Nederland is wel heel streng in handhaving van begrotingsregels voor de zuidelijke lidstaten, maar dat moet toch op alle terreinen gelden?

Ten tweede moet de enorme macht van de Europese Raad, van de gezamenlijke regeringsleiders, worden teruggedrongen. Het Europees Parlement is te veel verzwakt als waakhond. Dat is scheefgegroeid in de afgelopen jaren. Alle macht moet tegenmacht ontmoeten. De bevoegdheden moet toenemen, met bijvoorbeeld het recht op parlementaire enquête.

Ten derde zou de Europese Commissie kleiner moeten worden. De regel dat het aantal Eurocommissarissen 2/3 moet zijn van het aantal lidstaten wordt niet toegepast. Nu mogen alle lidstaten een commissaris leveren. Als die band wordt gebroken wordt het Europees bestuur onafhankelijker. Nu is de Europese Commissie het schoothondje van de nationale regeringen. Ook moeten we Europese Commissarissen individueel moeten kunnen ontslaan.”

Wie zou u naar huis willen sturen?

“Ik denk dat er grote twijfels zijn over de onafhankelijkheid van de Poolse en Hongaarse commissarissen. Ik vind dat voorzitter Ursula von der Leyen heel bedenkelijk acteert, bijvoorbeeld door recent Victor Orbán 10 miljard te schenken voor Hongarije om zijn steun te verwerven. Zo zet ze alle Europese verdragen op het spel en dat zou consequenties moeten hebben.”

Hoe staat u tegenover de herziening van de Europese immigratieregels en arbeidsmigratie?

“Dat zal tijd worden na acht jaar steggelen, maar ik vind het geen fraai pakket. Dat gaat over mijn pijngrens. Eén van de onderdelen heb ik voorgezeten, de opvangrichtlijn over rechten en plichten van asielzoekers. Ik ben daar tevreden want het geeft een goed niveau van bescherming. Hoe alles in praktijk gebracht zal worden is de vraag en heb ik zorgen over.”

Dit staat haaks op de wil van Europese volkeren dat ze immigratie van buiten Europa willen dimmen. Hoe kijkt u daar tegenaan?

“Je kunt je niet voor de wereld afsluiten. Migratie hoort bij de mensheid. Als er veel ellende is, gaan mensen migreren. Ik denk dat de meeste mensen niet tegen immigratie zijn, maar ze willen dat het goed geregeld is. Vandaar dat het Europese pakket zo nodig is, al ben ik tegen de opvang in een soort detentiecentrum aan de buitengrens.

Mensen kunnen trouwens overal binnenkomen en we kunnen geen muur om Europa bouwen. We moeten meer mogelijkheden hebben voor legale arbeidsmigratie. Zorg dat asielzoekers op wettige wijze snel aan het werk kunnen. De eerste stappen voor die wetgeving zijn gezet, maar invoering duurt nog even.”

LEES OOK: Europarlementariër Malik Azmani (VVD): ‘Arbeidsmigratie is vooral een nationale zaak’